In gesprek met Ivy Bongaerts, programmaleider onderwijs en jeugdhulp BCO.
Ivy is na de Pabo begonnen als leerkracht in verschillende groepen in het primair onderwijs in Midden-Limburg. In opeenvolgende opleidingen breidde ze haar expertise uit, onder meer door een master Pedagogiek met als specialisatie orthopedagogiek. Ze heeft 11 jaar als leidinggevende in het onderwijs gewerkt, waarvan de laatste jaren in het SBO. Haar grootste drijfveer: het onderwijssysteem passend maken voor alle kinderen, waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Ivy werkt sinds 5 jaar bij BCO.
Wat typeert jou?
Ivy: ‘Ik ben nieuwsgierig naar wat er achter de horizon ligt, welke vragen zich aandienen die nog onbeantwoord zijn. In alles waar ik in de praktijk vraagtekens bij zet, word ik gemotiveerd door het denken in mogelijkheden, om samen wegen te vinden om het onderwijsaanbod en het onderwijssysteem aan te laten sluiten op wat kinderen en professionals nodig hebben binnen een inclusievere onderwijsvorm.’
Hoe ben je bij BCO terecht gekomen?
‘Enkele jaren geleden hadden we binnen de organisatie waar ik toen leidinggevende was, een leiderschapstraject dat door BCO werd begeleid. Zo kwam ik in contact met Peter de Jong, die mij vroeg of ik interesse had om bij BCO te komen werken. En zo ben ik nu betrokken bij onderwijsvernieuwing en veranderkundige processen. Het aandachtsgebied Leren anders organiseren heeft bijvoorbeeld mijn interesse, maar ik houd me ook bezig met kwaliteitszorg op school- en bestuurlijk niveau. Wat er vooral voor mij veranderd is, is dat ik een switch heb gemaakt van strategie- en procesbegeleiding op schoolniveau naar programmaleiding binnen schoolbesturen en samenwerkingsverbanden, vaak in samenwerking met gemeenten.’
'Bij alles wat we doen in samenwerking, wil ik bewaken dat het kind of de jongere er beter van wordt, zich goed kan ontwikkelen en gelukkig is.'
Wat drijft je in je werk?
‘Wat mij beweegt is hoe we doelmatig kunnen zijn in een multidisciplinaire aanpak. Bij alles wat we doen in samenwerking, wil ik bewaken dat het kind of de jongere er beter van wordt, zich goed kan ontwikkelen en gelukkig is. In de projecten die we doen waarbij meerdere partijen betrokken zijn, wil ik weten wat het verhaal achter de vraag is.’
Hoe verander je belemmeringen in kansen?
‘Als de opdracht is om vanuit bestaande pijnpunten met elkaar verder te komen, dan merk ik dat het in de samenwerking een voordeel is dat je elkaars taal verstaat. Dat is in figuurlijke en in letterlijke zin het geval. Het helpt daarbij ook dat ik authentiek, integer, open en (omgevings)sensitief ben. Het draagt ertoe bij dat ik goed kan samenwerken en mensen in beweging kan brengen. Juist als het ingewikkeld wordt en het schuurt.
Ik onderzoek eerst wat er speelt en vertaal de bevindingen daarna naar consequente acties. Dat is mijn tweede natuur geworden. Denken vanuit kansen en mogelijkheden, gericht op resultaat en vanuit het juiste commitment.’
Hoe geef je invulling aan integrale oplossingen?
‘Een voorbeeldproject dat ik vanuit BCO ga begeleiden, draait om hoogbegaafdheid. Gesteund door een groot landelijk subsidietraject voor de samenwerkingsverbanden is er meer ruimte en aandacht voor de uitlijning van gezamenlijk beleid en uitvoering rondom hoogbegaafdheid. Het project heeft als doel om de basisondersteuning te versterken, zodat hoogbegaafde kinderen sneller in beeld zijn en een passend aanbod krijgen. Daarnaast streven we ernaar een stevig en duurzaam netwerk te creëren, waarin professionals zich bekwamen en elkaar weten te vinden. Samen met mijn collega Rob van den Broek, vervul ik straks de rol van projectleider hoogbegaafdheid voor het samenwerkingsverband passend onderwijs PO en VO Noord-Limburg.
Voor inclusieve basisschool de Korenaar in Eindhoven ben ik bezig met de doorontwikkeling van de school. Ze zijn een excellente inclusieve school, iets wat tamelijk uniek is in Nederland. Ze kunnen kinderen met uiteenlopende ondersteuningsbehoeften onderwijs bieden in samenwerking met allerlei specialisten. Hun volgende stap wordt om die extra ondersteuning meer in de klas of binnen een leerplein te bieden. De kernvraag is: Hoe kunnen we het zo organiseren dat alle kinderen er voordeel van hebben en eigenaarschap voelen? Hoe kunnen we samen leren en elkaar helpen? Hoe kunnen we de expertise van de teamleden inzetten zodat hun kwaliteiten benut worden? Zo’n pionier-school als de Korenaar biedt mogelijkheden om andere scholen te inspireren en om wellicht elementen van hun aanpak over te nemen.’
Wat vind je belangrijk in de komende jaren?
‘In de toekomst zal ik meer schooloverstijgend en op het niveau van besturen en samenwerkingsverbanden werkzaam zijn. Wat mij energie geeft, is om in complexe vraagstukken met elkaar verder te komen. Om in de grotere samenhang te zoeken naar mogelijkheden om samen concrete oplossingen te bedenken en te realiseren. Groot denken, klein doen! In die strategische dialoog vind ik het belangrijk om erop toe te zien of alle inspanningen ook het gewenste effect hebben opgeleverd.’
Waar word je blij van?
‘BCO is een grote organisatie waarbij we het hele palet aan expertises in huis hebben. Wat ik interessant vind is dat we steeds meer teamoverstijgend kijken en al aan de voorkant van een project gezamenlijk optrekken. Ik ben tevreden als ik na afloop van een project zie dat mensen er energiek bijzitten en als ik de schittering in hun ogen zie. Dan weet ik dat we het samen goed gedaan hebben.’