In gesprek met Neeltje Cox, programmaleider onderwijs en jeugdhulp BCO.
Neeltje Cox-Janssen is orthopedagoog met een ruime ervaring in het (speciaal) onderwijs. Ze heeft verschillende rollen vervuld in nagenoeg alle clusters, variërend van het onderwijs aan blinden en slechtzienden, psychiatrische en gedragsgerelateerde vraagstukken in de ontwikkeling van kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen. Met die brede bagage werd zij in 2016 benoemd als coördinator van het samenwerkingsverband passend onderwijs VO in Roermond. Ze is in oktober 2022 bij BCO gestart als adviseur en orthopedagoog. Vanaf mei 2023 werkt zij als programmaleider onderwijs en jeugdhulp. In die functie komen veel aspecten samen waar ze in het aandachtsgebied passend onderwijs al mee te maken had, met name de verbindingen met gemeente, onderwijs, zorg en jeugdhulp.
Hoe ik werk
Neeltje: ‘Ik ben voorzitter van een overleggroep in Midden-Limburg over 0-4 jarigen. Daar zitten partijen aan tafel zoals de kinderopvang, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Ieder zit daar met goede intenties, maar ook ieder vanuit zijn eigen werkveld. Soms moet je kritisch naar elkaar kunnen zijn om een stap verder te komen. In mijn rol kan ik onpartijdig luisteren en ondersteunen in de noodzakelijke verbinding. In de komende tijd komen er nog behoorlijk wat ontwikkelingen op ons pad, zeker vanuit de ambitie van het ministerie van onderwijs om inclusief onderwijs te realiseren in 2035. Daarbij zullen we meer integraal moeten gaan werken. Om het te laten slagen is niet alleen een cultuuromslag nodig, maar zal er ook een gezamenlijk budget moeten zijn. Wat ik zie is dat mensen bij onzekerheid zich terugtrekken in hun eigen domein en zich richten op de korte termijn in plaats van op lange termijn denken. Er zijn in het onderwijs veel uiteenlopende projecten en speerpunten, die allemaal belangrijk worden gevonden. Je zult ook moeten bepalen wat je niet doet en waar je wél van bent. Wat je zelf doet en waar je een collega-instantie voor inschakelt. Ik vind het heel interessant om in die complexiteit te opereren. Ik kan heel goed luisteren en laat iedereen zijn verhaal doen. Vervolgens hebben we een gesprek over datgene waar we samen voor willen gaan en om vanuit gezamenlijk commitment een volgende stap te zetten. Ik heb de wijsheid niet in pacht, maar ik ben vertrouwd met verschillende werelden rond het onderwijs en weet me daar goed in te verhouden. Wat helpt is dat ik gemakkelijk kan schakelen tussen strategisch en operationeel niveau. Hoe krijg je bestuurlijk consensus en hoe vertalen we gedeelde ambities naar de dagelijkse praktijk?’
Waar ik voor ga
‘Wat ik heel essentieel vind in mijn werk is dat het ergens toe leidt. Dat er ook echt positief tastbare veranderingen ontstaan voor kinderen en jongeren. Dat hoeft niet morgen, maar wel op overzichtelijke termijn. Om dat te bereiken, heb je wel wat lef nodig. Daarom ben ik zo blij met bestuurders die weloverwogen afwijken van wat als norm wordt beschouwd. Natuurlijk houd ik me aan de regels, maar als ik het kan uitleggen, mag ik best buiten de lijntjes kleuren. Dat is volgens mij pure noodzaak als we met elkaar zaken willen veranderen. Als ik hoor: daar zijn we niet van, dan denk ik altijd, verplaats je eens in een ouder van dat kind. Zodra ik met een illustratief voorbeeld kan aangeven waar het eigenlijk om draait, dan merk ik meer begrip en gevoel bij degenen die eerder vooral abstract naar een kwestie keken. Het kan er soms toe leiden dat beleid wordt bijgesteld. Het gaat in al die verschillende rollen niet om wie het belangrijkste is of het meeste zeggenschap heeft. We hebben alle stemmen aan tafel nodig; iedereen doet er toe.’
'Bij veranderingen denken mensen vaak aan groot en meeslepend, maar de meeste veranderingen zijn heel klein en doen er net zo goed toe. Het heeft ook te maken met de cirkel van invloed. Waar kun je iets betekenen? Zoals ooit iemand zei: ‘Als we allemaal een steen verleggen in de rivier, kunnen we de loop van de rivier veranderen’.'
Waar ik in geloof
‘Ik haal energie uit het creëren van een gezamenlijke horizon, dat we vanuit dezelfde bedoeling handelen. Mijn taak is soms om een spiegel voor te houden. Is dit nu wat je wilt? Als zo een ander inzicht ontstaat, is er ruimte om bij te sturen. Ik wil er zijn voor iedereen in de samenleving die een steuntje in de rug nodig heeft. Als dat betekent dat we daarvoor meer regelruimte nodig hebben, dan maak ik me daar sterk voor. Procedures zijn prima totdat ze in de weg zitten van de bedoeling. Mijn uitdaging is om het mogelijk te maken dat professionals de benodigde ruimte kunnen creëren om te doen wat nodig is. Binnen de kaders als het kan, buiten de kaders als je het kunt onderbouwen. Ik hou van duidelijkheid, eerlijk zijn naar elkaar. Ik heb liever dat je van tevoren zegt dat je iets niet doet dan dat je voor de vorm instemt en vervolgens daar niet naar handelt. Dat heeft ook te maken met respect voor elkaar wat mij betreft. Zolang je rekening houdt met elkaar kun je veel zeggen. Dat heb ik meegekregen in mijn opvoeding. Bij veranderingen denken mensen vaak aan groot en meeslepend, maar de meeste veranderingen zijn heel klein en doen er net zo goed toe. Het heeft ook te maken met de cirkel van invloed. Waar kun je iets betekenen? Zoals ooit iemand zei: ‘Als we allemaal een steen verleggen in de rivier, kunnen we de loop van de rivier veranderen’.’
Wat ik wil bereiken
‘In processen die ik begeleid, wil ik verwachtingen helder uitspreken en richt ik me op het bouwen van relaties. Dat vraagt om concessies doen en elkaar iets gunnen. Samenwerken is een kwestie van geven en nemen. Mijn drive is om de integrale samenwerking tussen alle betrokken partners in onderwijs en jeugdhulp verder te versterken. Dat houdt in dat ik die werelden dichter bijeen wil brengen. Daarvoor is het onder andere nodig om elkaar te vertrouwen en voorbij de systemen elkaar uit te nodigen om vanuit een gezamenlijke visie passende ondersteuning voor kinderen te realiseren. De uitdaging daarbij is om teveel bureaucratie te vermijden en elkaar op te zoeken op de werkvloer. Wat ik zie is dat mensen toch vaak nog wat onwennig zijn in samenwerking en verantwoordelijkheden bij de ander neerleggen. Dat wordt anders op het moment dat je elkaar beter leert kennen. Mijn manier van werken is om heel concreet afspraken te maken, het gezamenlijke doel voor ogen te houden en daarbij ook te kijken wat we morgen al anders kunnen doen. Er zijn zoveel partijen betrokken op het snijvlak tussen onderwijs en jeugdhulp dat je een onafhankelijk procesbegeleider nodig hebt. Die rol vervul ik graag.’
Wat ik doe
‘Waar ik bij BCO mee bezig ben, is onder andere preventief signaleren van extra ondersteuningsbehoeften bij 0-4 jarigen, zodat er tijdig de juiste hulp komt. Maar ook dat er een goede doorgaande lijn komt tussen voorschool en school. Ik merk dat er al veel gewonnen wordt als mensen elkaar beter leren kennen, dan ontstaat er ook meer begrip voor elkaar. En is er ook meer bereidheid om samen te werken. In het overleg dat ik begeleid, zijn verschillende partijen betrokken, de jeugdgezondheidszorg, CJG, de kinderopvang en de intern begeleiders van de basisscholen. De gemeente wil hiermee het netwerk versterken om preventiever te handelen en gerichter en sneller te ondersteunen. Tussentijds evalueer ik of we nog op de goede weg zitten en of we nog bezig zijn met de aanvankelijke bedoeling.’
Wat me energie geeft
‘Bij BCO voel ik me op mijn plaats. Ook in ons team van programmaleiders onderwijs en jeugdhulp, al merk ik wel dat we elkaar nog wat beter moeten leren kennen en ontdekken hoe we elkaar kunnen versterken. Ik ben ervan overtuigd dat integraal kijken en handelen nodig is om in complexe vraagstukken duurzame oplossingen te realiseren. Ik ben tevreden als ik een stijgende lijn zie, meetbare, merkbare en voelbare verbeteringen voor ouders, kinderen en jongeren.’