Ongeïnteresseerd onderuit hangen, dagdromend naar buiten staren, kletsen met klasgenoten. Het komt in iedere middelbare school voor. Zeker bij 4 havo, zegt Dus Schoenmakers, teamleider bij het Valuascollege. ‘4 havo is een typische klas. Behalve reguliere havisten zitten er vwo’ers die naar de havo overstappen en vmbo-leerlingen die doorstromen. Dat maakt het ook lastig voor de docent. Corona maakte dat er niet beter op. Toen we vanuit het Nationaal Programma Onderwijs geld kregen om onderwijsachterstanden aan te pakken, kozen we uit de menukaart onder meer voor EDI. En vroegen we BCO Onderwijsadvies en –ondersteuning om ons te helpen bij de invoering.’
Leerlingen gemotiveerd
In het EDI-model start elke instructieles met een compact en controleerbaar lesdoel dat de docent met de leerlingen deelt. Daarna volgt de instructie, geeft de docent denktijd – zodat alle leerlingen meedenken – en willekeurige beurten. Hierna oefenen de leerlingen. Via de kleine lesafsluiting checkt de docent of leerlingen het lesdoel hebben behaald. Vervolgens werken de leerlingen zelfstandig verder of is er tijd voor een verlengde of verrijkte instructie.
BCO-adviseurs Mat Custers en Franca Stoelinga trainden de havo-docenten in drie sessies, verspreid over een jaar. Daarbij werd niet alleen EDI behandeld. Mat: ‘EDI zegt dat je leerlingen moet activeren, maar vertelt niet hoe je dat doet. Daarom hebben wij coöperatieve werkvormen toegevoegd. Tweepraat, Tweetal Coach, Dubbelrij en vele andere werkvormen die ervoor zorgen dat leerlingen betrokken zijn en gemotiveerd raken.’ Tussen de bijeenkomsten door observeerden Mat en Franca lessen. ‘Om de docenten feedback te geven, maar wat we zagen, namen we ook als input mee naar de volgende bijeenkomst’, aldus Franca.
Vertrouwen door structuur
Esther van der Sande is binnen het Valuascollege een van de initiatiefnemers van EDI. De docente Duits heeft net een literatuurles gegeven. ‘Het was geen instructieles, maar ik heb wel elementen uit EDI gebruikt. Een vraag gesteld, de leerlingen denktijd gegeven en vervolgens een willekeurige leerling de beurt gegeven. Ook heb ik Tweetal Coach en Rondpraat gebruikt om leerlingen te activeren.’
Ze gebruikt EDI en coöperatieve werkvormen nu al twee jaar. ‘De strakke, gestructureerde aanpak van EDI werkt heel fijn bij bijvoorbeeld grammaticalessen. Het helpt de leerlingen ook. Ze snappen de lesstof beter en bouwen vertrouwen op, doordat de lessen voorspelbaarder zijn.’ Leerlingen vonden coöperatieve werkvormen in het begin spannend. ‘Ik ook. Van Dubbelrij dacht ik: dat ga ik nooit doen, veel te chaotisch. Maar op enig moment realiseerde ik me dat het goed zou kunnen werken bij het aanleren van woordjes: leerlingen staan in twee rijen tegenover elkaar. Ze overhoren elkaar, daarna schuift een rij door en herhaalt het proces zich. Het ging wonderbaarlijk goed.’
‘De strakke, gestructureerde aanpak van EDI werkt heel fijn bij bijvoorbeeld grammaticalessen. Het helpt de leerlingen ook. Ze snappen de lesstof beter en bouwen vertrouwen op, doordat de lessen voorspelbaarder zijn.’
Effectievere lessen
Ook andere 4-havodocenten merkten dat de aanpak werkte. Lessen werden effectiever en leuker, leerlingen deden beter mee. Dus Schoenmakers: ‘We zien dat de docenten meer focus op het doel van de les hebben.’ Daarom besloot de school om de aanpak schoolbreed in te voeren, voor alle niveaus (vmbo, havo en vwo) en alle 200 docenten.
En dus verzorgen Mat en Franca nu voor alle Valuas-docenten de training in EDI en coöperatieve werkvormen. Ook observeren ze instructielessen van alle docenten. ‘De nabespreking vindt steeds plaats met drie docenten tegelijkertijd’, zegt Mat. ‘Docenten leren zo ook van elkaar en de drempel om in elkaars lessen te gaan kijken, wordt zo verkleind.’
‘We zien dat de docenten meer focus op het doel van de les hebben. Daarom hebben we besloten om de aanpak schoolbreed in te voeren, voor alle niveaus (vmbo, havo en vwo) en alle 200 docenten.'
Expertgroep zorgt voor borging
EDI leeft dus op het Valuascollege. De volgende stap is om het blijvend te integreren in de school, zodat het een afgestemde manier van werken wordt. Een expertgroep van zo’n tien docenten neemt daarin het voortouw. Esther: ‘We gaan de rol van Franca en Mat langzaam overnemen: trainingen geven, lessen bezoeken.’ Daarnaast gaat BCO de verdieping in met de vaksecties, zegt Franca: ‘In een muziek- of tekenles is een bepaalde werkvorm misschien effectiever dan bij een wiskunde- of taalles. Samen met docenten ontdekken we welke vormen het beste passen.’
De expertgroep werkt ook aan kwaliteitsbeleid voor een herkenbare Valuasles, zegt Esther. ‘We willen dat alle instructielessen straks vanuit dezelfde onderbouwing gegeven worden. Dat er een herkenbare signatuur is, dat je echt kunt zeggen: hé, dat is een Valuasles: een les met een duidelijk doel, een effectieve aanpak en wat mij betreft ook met minimaal één activerende werkvorm. Het onderwijsvuurtje is zeker aangewakkerd op onze school.’