‘Werken met vakleerkrachten geeft rust, zeker in combinatiegroepen’, zegt directeur Sandra van den Berkmortel. Intussen maakt vakleerkracht Gabri Wijnakker optimaal gebruik van Snappet: ‘Vandaag kon ik met tien leerlingen persoonlijke leerdoelen bespreken.’
Eigenaarschap door gepersonaliseerd leren
Basisschool Pius X organiseert het rekenonderwijs op een manier dat leerlingen er gemotiveerder door raken, meer eigen regie voeren en eigenaarschap beleven. Om de betrokkenheid van de leerlingen aan te wakkeren, laat de school het rekenonderwijs nauwer aansluiten bij hun onderwijsbehoeften. In een proces van cocreatie ondersteunt Anne van Bijnen, namens BCO Onderwijsadvies, de school bij het herontwerpen van het rekenonderwijs.
Vakadoptie
Om gepersonaliseerd rekenonderwijs in een passende vorm te gieten, heeft de school rigoureuze stappen gezet. ‘Ten eerste was dat de keuze om met vakleerkrachten te werken’, zegt directeur Sandra van den Berkmortel. ‘Leerkrachten kunnen nooit expert zijn op alle deelgebieden. Ze wilden wel verdiepen, maar moesten met te veel dingen tegelijk bezig zijn. Het is dan lastig om leerlingen goed te volgen in hun ontwikkeling. In vakadoptie zagen we een oplossing om uit die onrustige situatie te komen. Als je – zeker in een combinatiegroep – alleen maar aan het overspringen bent, mis je het contact en de relatie met de kinderen. Je kunt dan bijvoorbeeld niet zien hoe ze aan een oplossing van een rekenopdracht komen. Met vakleerkrachten lukt het beter om daarover rekengesprekjes te hebben.’
Snappet en Rekentuin
Werken vanuit de leerlijnen van Snappet was een tweede stap op weg naar gepersonaliseerd leren. Vakleerkracht Gabri Wijnakker, die het rekenonderwijs verzorgt voor de groepen 3 en 4 en tevens rekenonderwijscoördinator is, is er lovend over. Na vijf jaar uit het onderwijs te zijn geweest, begon hij aan het begin van dit schooljaar direct met het digitale hulpmiddel. Later werden er de adaptieve rekenopgaven van Rekentuin aan gekoppeld. ‘Door groepjes te maken, opdrachten geclusterd of per leerling klaar te zetten en ieders resultaten te monitoren, kom je een heel eind in het samenstellen van instructies op maat. Ik zie dat Snappet en Rekentuin mij daarvoor tijd opleveren.’ Het ontzorgende aspect van Snappet weerhield hem er evenwel niet van regelrecht in een valkuil te lopen. ‘In het begin zette ik de kinderen gewoon aan het werk via Snappet. Dat werkte niet. Ik kwam erachter dat ik als leerkracht voor een goede instructie moest zorgen, want de software biedt die niet. Bij instructie van strategieën blijf je als leerkracht toch de spil, evenals in de fase van begripsvorming, een onderdeel dat ook in de meeste rekenmethodes weinig aandacht krijgt.
Leerlijnen
Verdere bezinning was nodig om ook deze hindernis te nemen en de derde stap te zetten: begripsvorming en strategie-instructie geven vanuit de SLO-leerlijnen. ‘Er zijn altijd verschillende strategieën om een rekensom op te lossen en de meeste methodes behandelen deze door elkaar heen’, zegt Gabri. ‘Daar zijn we van afgestapt. Nu behandel ik een week lang aaneengesloten strategieën voor de leerlijn optellen en aftrekken. Vaak doe ik dat met modelling, het hardop nadenken over het oplossen van een rekensom. En als ik dan merk dat er nog twee dagen extra nodig zijn om het goed te laten landen, dan doe ik dat.’ Door te monitoren via Snappet en rekengesprekjes te voeren kan hij de rekenopdrachten op maat klaarzetten. Hij weet precies welke leerling extra oefening nodig heeft en wie al wat verder is op de leerlijn. ‘Vandaag heb ik de leerdoelen van tien individuele leerlingen besproken. Ze zien dan op ons smartboard waar ze staan en wat ze nog moeten leren. Daar kunnen ze dan op hun tablet aan beginnen. Dat doen ze niet voor mij als leerkracht, maar voor zichzelf, vanuit hun gevoel van eigenaarschap. En morgen doe ik hetzelfde met de overige elf leerlingen.’ De co-creatie met Anne bevalt de vakleerkrachten. Ze trekken samen op in het bedenken van oplossingen. Spannend vinden ze dat, want er zijn nog weinig best practices voorhanden. ‘Er is toch niets mooiers om te zien dat op deze manier ook het eigenaarschap van de leerkracht groeit’, besluit Sandra. ‘Het rekenvak staat dicht bij ze. En ik zie steeds meer diepgang in de gesprekken tussen de vakleerkrachten over de ontwikkeling van kinderen, het onderwerp waar het op deze school over moet gaan.’