‘We zagen toen kinderen die in no-time drie niveaus omhoog gingen’, zegt leerkracht Marjan Post van groep 6 en 7.
‘Het is onze eigen methode geworden’
Tweeënhalf jaar geleden groeide in Milsbeek het besef dat het technisch lezen beneden peil was. De leesmethode was verouderd en de opbrengsten vielen tegen. ‘Het waren vaak invuloefeningen’, blikt Marjan Post terug, toen nog leerkracht van groep 4. ‘Ook het opdreunen van saaie rijtjes sprak de kinderen niet aan.’ De DMT-scores waren laag en te veel kinderen kwamen door de uitslagen in aanmerking voor een dyslexiebehandeling. Het zette Marjan en haar collega’s aan het denken. ‘Dat kan niet kloppen. Iets gaat er fout.’ Een werkgroep, met collega’s uit de onder- en bovenbouw, besluit dan op zoek te gaan naar een meer geschikte methode. ‘We lieten verschillende proefzendingen komen en probeerden twee methodes in de klas uit’, zegt Marjan. ‘Dit is het ook niet, was al snel onze conclusie.’ Ze sprokkelen vervolgens onderdelen van verschillende methodes bij elkaar. ‘We hoopten zo het technisch lezen beter te maken. Maar het gebeurde hapsnap. En dat voelde niet goed.’
Precisie aanbrengen
Er komt een kentering in de aanpak als adviseur Gert Custers wordt gevraagd een studiemoment te verzorgen. Hij bevraagt het team over de aanpakken waar ze tevreden over zijn en wat er wél goed werkt. Ook wil hij van ze weten wat een goede instructie bij technisch lezen ‘precies’ inhoudt. ‘Juist precisie aanbrengen is belangrijk’, zegt Gert. ‘Als je de doelen scherp hebt, kun je betere keuzes maken. Dan kun je meer variatie in de lessen aanbrengen en tegelijkertijd de structuur versterken.’ Hij gaat met de leerkrachten de klassen in, om ook van de leerlingen te horen wat zij van de leeslessen vinden. Het blijkt een eyeopener.
"Met het loslaten van de methode heeft de school een eigen methode ontwikkeld."
Leesweek
In het organiseren van een Leesweek brengt het team in het schooljaar 2018/2019 de gewenste variatie en structuur samen. Een aansprekende tekst en een thema staan dan een week lang centraal, zowel voor het technisch als begrijpend lezen. De leerkrachten stemmen met elkaar per dag af hoe ze de lessen aanvliegen. ‘We begonnen bijvoorbeeld met Ralfi-lezen, schaften flitsboekjes aan en bouwden voort op de methode Veilig leren lezen om voor een doorgaande leerlijn te zorgen’, zegt Marjan. De Leesweek levert een succesvolle aanpak op. ‘We werken nu vanuit één didactiek en gebruiken in alle groepen dezelfde terminologie. Close reading zetten we in om na het technisch lezen elke keer de tekst op een dieper niveau te behandelen. Op deze wijze werken we ook gestructureerd aan leesbegrip. En vanuit het IGDI-model kunnen we de kinderen op alle niveaus bedienen.’ Met het loslaten van de bestaande methodes heeft de school een eigen methode ontwikkeld, concludeert Marjan. ‘Er is een groeidocument ontstaan dat helemaal van onszelf is.’ Door de nieuwe aanpak zien Marjan en haar collega’s hun leerlingen in korte tijd enorm opklimmen in leesniveau. Stagnerende leerlingen breken door hun belemmeringen heen. ‘De kinderen zijn vooral trots op hun prestaties. Ze vragen soms zelfs een kopietje van een tekst mee voor thuis, om daar te laten zien wat ze al kunnen.’
Collegiale consultatie
Niet alleen in de klas heeft het leesonderwijs meer structuur, ook als lerende organisatie omarmt de school een gestructureerde aanpak. ‘We stemmen zaken af in de wandelgangen, kijken bij elkaar in de klas, maar eens per jaar pakken we ook onze collegiale consultatie op een gedegen wijze op. We maken bijvoorbeeld een kijklijst, met zaken waarop we letten als we bij elkaar in de klas kijken. En we stellen onszelf vragen. Gebruiken we nog steeds dezelfde didactiek? Blijft alles voor de kinderen herkenbaar? Zien we nog steeds plezier bij ze?’ Ze sluit af met een vraag waarmee het team zijn collegiale consultaties steevast eindigt: ‘En, collega’s, hebben we er nog steeds lol in?’