Een kinderopvang met alleen oer-Nederlandse namen als Bram, Bart, Floor en Anne? Het komt bijna niet meer voor. Door de komst van vluchtelingen, expats en arbeidsmigranten is er op de kinderopvang een mix van talen en culturen. Zo ook bij ’t Kasteeltje in Helmond. ‘We hebben tachtig kinderen uit elf landen’, zegt pedagogisch coach Hanae Gzouli. ‘Polen, Oekraïne, Marokko, Ghana, Syrië, noem maar op. Ieder kind heeft zijn eigen achtergrond en geschiedenis.’
Hetzelfde speelt bij veel andere kinderdagverblijven in Helmond, zag de gemeente. Daarom vroeg ze BCO Onderwijsadvies- en ondersteuning om pedagogisch professionals te scholen in het omgaan met meertalige kinderen en een diversiteit aan culturen. Adviseurs Nicky de Bruijn, Anke van Well en Alice Donkers ontwikkelden een praktische scholing van vijf dagdelen, inclusief een groepsbezoek om de professional feedback te geven op het handelen. Onderwerpen die centraal stonden in de scholing waren: veiligheid en taalverwerving, aanbod en taalrijke speelleeromgeving, spelbegeleiding en interactievaardigheden, ouders en cultuursensitief werken, intake en taalbeleid.
Warm welkom in de thuistaal
Alles begint met een veilige omgeving, zegt Alice: ‘De kinderen zijn in een land met een andere taal en gewoonten. Ben je als pedagogisch professional bewust van de eerste gewenningsfase van het kind. De basis voor de ontwikkeling van een kind begint bij dat het zich emotioneel veilig voelt.’ Die veiligheid bereik je onder meer met een warm welkom in de thuistaal. Bij ’t Kasteeltje hangt een a4’tje op de deur met ‘welkom’ in veel verschillende talen. ‘We heten ouders en kinderen ook in hun eigen taal welkom’, zegt Steffany van der Burgt, pedagogisch professional bij ’t Kasteeltje. ‘Tegen een Poolse ouder zeg ik ‘powitanie!’, gevolgd door de Nederlandse vertaling ‘welkom’. Google Translate is mijn beste vriend!’
Herkenbare spullen uit de eigen cultuur versterken het veilige gevoel. Een Perzisch kleed, boekenkast met meertalige boeken, poppen met verschillende huidskleuren: ’t Kasteeltje heeft het. Ook cultuurspecifieke spellen en kleding zorgen voor verbondenheid en herkenning. Ze verrijken bovendien de speel-leeromgeving. Hanae: ‘Muziek werkt ook geweldig goed. Een kind is snel betrokken als je een liedje speelt dat het van thuis uit kent.’
Maak het visueel
Een effectieve manier voor het stimuleren van taalontwikkeling is de koppeling van woorden aan beelden. ‘Maak het visueel!’, zegt Alice. ‘Met plaatjes en picto’s, maar liever met echte voorwerpen. Als je een ijsje eet, ervaar je woorden als smaak, likken, koud, smelten en zoet. Je vergroot de woordenschat doordat de kinderen al hun zintuigen gebruiken, en het is ook veel leuker.’ Hanae beaamt dat: ‘Wij werken met thema’s en sloten dat af met een uitstapje. Was het thema bijvoorbeeld dieren, dan gingen we naar de kinderboerderij. Nu doen we dit aan het begin van het thema. Kinderen krijgen dan gelijk een betekenisvolle context.’
Een andere tip van de BCO-adviseurs: sta de thuistaal toe. ‘Als twee Turkse kinderen met elkaar spelen en daarbij Turks praten, laat ze dat dan vooral doen. Verbind je als professional met het spel en koppel Nederlandse woorden aan de woorden in de andere taal. Als kinderen hun moedertaal goed leren spreken, vormt dat de fundering om ook de Nederlandse taal te leren.’
Begrip tonen voor ouders
Veel kinderdagverblijven zoeken naar manieren om ouders actief te betrekken. Het warme welkom helpt, zo ook het tonen van begrip. Steffany: ‘Een Poolse moeder bracht haar kind, maar wilde niet weggaan. Logisch: in Polen gaan kinderen pas vanaf hun zevende naar school. Ik heb haar uitgelegd waarom het beter voor het kind is om los te laten. De eerste dagen hebben we ieder half uur een fotootje van het kind gestuurd. Toen ze zag dat het goed was, hebben we het afgebouwd.’
‘Het is belangrijk om ouders mee te nemen in hoe kinderopvang en scholen werken in Nederland, vult Alice aan. ‘Leg uit dat je het fijn vindt als een ouder even binnenkomt en vertelt hoe het gaat met het kind, of het goed geslapen heeft.’ Hanae: ‘Vanuit de scholing zijn we begonnen met huisbezoeken. Ook om dat soort zaken toe te lichten. Je krijgt bovendien een goed beeld van de thuissituatie. Daardoor begrijp je het kind en de ouders beter.’
‘Vanuit de scholing zijn we begonnen met huisbezoeken. Ook om dat soort zaken toe te lichten. Je krijgt bovendien een goed beeld van de thuissituatie. Daardoor begrijp je het kind en de ouders beter.’
Visie op meertaligheid
Hanae heeft met begeleiding van de BCO-adviseurs voor ’t Kasteeltje een taalbeleid geschreven: hoe gaan we om met verschillende talen, wat vinden we belangrijk? ‘Voor iedereen die hier werkt en nieuw binnenkomt’, zegt ze. Net als Steffany kijkt ze met plezier terug op de scholing. ‘We hebben geleerd hoe je een meertalig kind snel en prettig vooruithelpt. Fijn was dat ook professionals van andere kinderdagverblijven in Helmond het traject volgden. Je ziet dat anderen tegen dezelfde vraagstukken aanlopen, bovendien leer je van elkaar.’
‘We hebben geleerd hoe je een meertalig kind snel en prettig vooruithelpt. Fijn was dat ook professionals van andere kinderdagverblijven in Helmond het traject volgden. Je ziet dat anderen tegen dezelfde vraagstukken aanlopen, bovendien leer je van elkaar.’